Idee voor een Wiki artikel? Lees in dit artikel hoe je kunt helpen!

Paard

Uit Bokt

Het paard (Equus caballus) is een gedomesticeerd hoefdier uit de orde der onevenhoevigen, een van de ongeveer 10 huidige soorten uit de familie der paardachtigen (Equidae). De Latijnse woorden equus en caballus betekenen overigens beide "paard". Het paard wordt voornamelijk gehouden als rij- en trekdier.

Terminologie

Hengst: Mannelijk paard.

Merrie: Vrouwelijk paard.

Veulen: Paard tot één jaar oud.

Jaarling of Enter: Paard tussen de één en twee jaar oud.

Twenter: Paard tussen de twee en drie jaar oud.

Ruin: Gecastreerde hengst.

Pony: Kleinere paardenrassen die volwassen een stokmaat van minder dan 157 centimeter hebben. Internationaal ligt deze grens op 147,3 centimeter. In sommige gevallen worden bepaalde paardenrassen toch tot de paarden en niet tot de pony's gerekend, ook al is hun stokmaat niet voldoende. Denk hierbij aan Arabieren, IJslanders, Haflingers en Fjorden.

Algemeen

De schofthoogte van volwassen paarden varieert sterk: de kleinste Falabella (een miniatuurpaard) is slechts zo'n 60 cm. hoog, terwijl andere rassen meer dan 2 meter halen. Een paard heeft een hoogte die gemeten wordt bij de schoft, deze hoogte wordt ook wel stokmaat genoemd.


De vacht kan zowel uniform gekleurd als bont zijn. Veel voorkomende kleuren zijn bruin (met zwarte manen en staart), zwart, voskleurig (bruin-rood), geel en "vaal" (grijs, soms neigend naar bruin of blauw). Het paard is een kuddedier en kan zo'n veertig jaar oud worden.


Het paard behoort tot de onevenhoevigen (Perissodactyla) en heeft per been slechts één teen. Van oorsprong had een paard vijf tenen, maar tijdens de evolutie zijn vier van deze tenen onderontwikkeld geraakt. De hoef van onze huidige paarden is feitelijk de vergrote nagel van de middelvinger. Andere overblijfselen van de tenen zijn de griffelbeentjes (ring- en wijsvinger), de zwilwrat (duim) en het spoortje (pink). Het paard loopt in wezen permanent op de middelste tenen.


De draagtijd van paarden is ongeveer 11 maanden. Het veulen probeert al direct na de geboorte te gaan staan en kan zich na een paar uur al redelijk op de been houden. Dit heeft te maken met het feit dat het paard oorspronkelijk op de open vlakte leefde, waar de kudde snel moest kunnen vluchten. Het is belangrijk dat het veulen binnen enkele uren kan drinken bij zijn moeder.


Paarden zijn planteneters (herbivoren), maar geen herkauwers. De voortanden gebruiken ze om gras en dergelijke mee af te rukken, waarna dit door de kiezen vermalen kan worden. Zowel hun gehoor als hun reukvermogen is bijzonder goed ontwikkeld. De manen, het lange haar op de bovenzijde van de hals, zijn vermoedelijk ontstaan als bescherming tegen roofdieren zoals katachtigen, die het paard op de rug springen en in de nek bijten. Door dan de aanvaller met bokkende bewegingen van zich af te schudden, verliest het paard enkel wat van zijn manen. De staart wordt gebruikt om insecten te verjagen.


Een paard heeft 2x 6 kiezen in de onderkaak en 2x 6 kiezen in de bovenkaak. Ook heeft het dier 6 snijtanden onder en 6 boven. Tussen de snijtanden (voortanden) en de kiezen zitten de tandloze kaakranden, ook wel de lagen genoemd. Hier ligt het bit op tijdens het rijden. Er zitten wel nog 2 kleinere tanden: de haaktanden.


Paarden leven in kuddeverband. Hun enige verweer tegen roofdieren is vluchten. Ze werken samen om roofdieren zo snel mogelijk te kunnen ontvluchten. Paarden communiceren met lichaamstaal, in stilte. Hinniken doen wilde paarden alleen in uiterste noodsituaties. De 'familiekudde' wordt geleid door een oudere, ervaren merrie. De kudde telt plm. 12 volwassen merries met hun veulens en een paar dekhengsten. Het merendeel van de puberende hengstveulens komt in de zogenaamde hengstenkuddes terecht.

Paardengangen

Paarden beschikken over verschillende gangen. Deze verschillen onderling in beenzetting en snelheid. Sommige gangen hebben een zweefmoment, bij andere gangen blijft er altijd minimaal 1 been aan de grond. Naast de basisgangen stap, draf en galop beschikken sommige rassen over een aanleg voor andere gangen zoals de tölt of de telgang.

De basisgangen

  • Stap noemt men wel een viertaktgang. Het paard tilt zijn benen één voor één op en men hoort vier hoefslagen. De stap is de rustigste gang van het paard.
  • Draf is een tweetaktgang met een zweefmoment. Het paard zet hierbij steeds het diagonale benenpaar aan de grond (linksvoor met rechtsachter, en omgekeerd), afgewisseld met een zweefmoment. Het tempo van de draf ligt iets hoger dan de stap. De ruiter kan bij deze gang lichtrijden of doorzitten.
  • Galop is een drietaktgang met een zweefmoment ofwel sprong. Omdat de beenzetting van deze gang asymmetrisch is zijn er 2 variaties, de linkergalop en de rechtergalop. De beenzetting in de rechtergalop is als volgt: linksachter, linkerdiagonaal (linksvoor tegelijkertijd met rechtsachter), rechtsvoor, gevolgd door een zweefmoment voor de volgende sprong. Bij de linkergalop is dit precies omgekeerd. Het tempo ligt nog iets hoger dan bij de draf.
  • Rengalop is een viertaktgang. De gang is bijna hetzelfde als de gewone galop, alleen tilt het paard ieder been afzonderlijk op. Bij deze gang kunnen hoge snelheden bereikt worden, dit is dan ook de gang waarin paardenrennen gelopen worden.

De overige gangen

Minder vaak voorkomende gangen zijn: telgang en tölt. De paarden die deze gangen beheersen worden 'gangenpaarden' genoemd.

  • Telgang is een tweetaktgang, hierbij tilt het paard de laterale benenparen afwisselend op (linksvoor en linksachter tegelijk, gevolgd door rechtsvoor en rechtsachter). Bij lagere snelheden is deze gang over het algemeen ongewenst, maar de rentelgang is een gewaardeerde gang. De Engelse term is 'pace'.
  • Tölt is een viertaktgang, net als de stap. Het tempo kan variëren van iets boven staptempo tot rentempo tölt. Doordat deze gang geen zweefmoment kent, is deze gang erg comfortabel uit te zitten voor de ruiter
  • Bij Westernrijden vraagt men de jog. Het is een rustige, langzame draf waarbij het paard met zijn hals en hoofd losheid en ontspanning vertoont.

Gebruik door de mens

Landbouwpaard

Het paard is door de eeuwen heen voor de mens voor allerlei doeleinden zeer waardevol gebleken. Tienduizenden jaren geleden was het paard voor de mens een belangrijke voedselbron. Er bestaan nog rotstekeningen uit die tijd waarin paarden worden afgebeeld. Vermoedelijk kreeg de mens pas in de Jongere Steentijd, die rond 6000 v. Chr. begon, de middelen om grotere dieren te domesticeren. Er wordt wel gedacht dat de Mongolen, die al eerder het rendier hadden onderworpen, er voor het eerst in slaagden het paard te domesticeren. Chinees aardewerk uit circa 3500 v. Chr. ondersteunt deze theorie. Het vermoeden bestaat dat dit ook voor het paard zelf voordelen had, aangezien na de laatste IJstijd de grote open vlakten in voor paarden ongeschikte dichte bossen veranderden.

Een andere theorie gaat ervan uit dat de domesticatie van het paard voor het eerst heeft plaats gevonden in de Zuidrussische steppe, door mensen van de Sredny Stog-cultuur (omstreeks 4000 v. Chr.). Er bestaan goede redenen om aan te nemen dat de Sredny-Stogmensen voorouders waren van de oer-Indo-Europeanen.

Paarden wordt tegenwoordig ook in Europa gebruikt voor de productie van paardenmelk. De paardenmelk wordt geproduceerd op een paardenmelkerij. Aan paardenmelk worden verschillende positieve eigenschappen toegeschreven. Mensen die allergisch zijn voor koeienmelk (met name lactose) kunnen vaak wel paardenmelk verdragen. In Mongolië en omliggende landen heeft het drinken van paardenmelk een lange traditie.

In de paardenwereld wordt naast het verschil tussen een paard en een pony nog onderscheid gemaakt tussen het gebruiksdoel/typering van het gebruik van paarden:

  • Trekpaard: ras bedoeld voor het verzetten van zwaar (trek)werk op bijvoorbeeld akkers of in bossen.
  • Rijpaard: paard dat geschikt is om te bereiden zowel recreatief als in wedstrijdverband.


Militair gebruik

Het gebruik van het paard voor militaire doeleinden gaat terug tot ongeveer 5000 v. Chr., toen Mongoolse boogschutters op pony's begonnen te rijden. Rond 1200 v. Chr. begon het idee van een cavalerie ook post te vatten in meer westelijke gebieden zoals Egypte en Perzië. Bewaard gebleven zijn de invloedrijke geschriften van paardenkenner Xenophon, een legerofficier uit de Griekse stadstaat Sparta. Rond de 11e eeuw begon men vooral in het westen ook grotere paarden te gebruiken.

In de 15e eeuw werd het paard door de Spaanse veroveraars weer ingevoerd op het Amerikaanse continent, waar het al veel eerder was uitgestorven, en daar later ook veel door de Indianen gebruikt.

In de Tweede Wereldoorlog zetten de Russen nog cavalerie in tegen de Duitsers. Ook in het Duitse leger werden nog paarden gebruikt, voor transport. Tegenwoordig heeft het paard militair gezien vooral een ceremoniële functie. Wel is het paard nog in gebruik bij de bereden politie.

Gebruik in vredestijd

Voordat landbouwmachines als de tractor hun intrede deden, werden paarden veel gebruikt in de landbouw, hoewel boeren vaak de voorkeur gaven aan ossen, waarvan het onderhoud goedkoper was. Urgente berichten en de gewone post werden vroeger veelal per paard vervoerd. Het drijven van vee wordt ook nu nog wel per paard gedaan. Paarden worden tegenwoordig nog steeds ingezet voor het verslepen van stammen in de bosbouw, omdat paarden de bodem minder beschadigen dan zware machines.

Sporten

Sporten waarin paarden gebruikt worden zijn onder meer

  • Paardenrennen: Draverijen, vlakkebaanraces en steeplechases.
  • Dressuur: Paarden moeten allerlei gymnastische oefeningen laten zien, waaruit de harmonie tussen ruiter en paard blijkt.
  • Jumping: Wedstrijd met hindernissen waar de paarden over moeten springen (bijvoorbeeld in een Concours Hippique).
  • Eventing: Meerdaagse proef ontstaan uit het leger, daarom vroeger "military" genoemd.
  • Polo: Teamsport waarbij 2 partijen betrokken zijn. De ene ploeg moet proberen een balletje in het doel van de tegenpartij te slaan.
  • Western rijden: Verschillende disciplines zoals bijvoorbeeld; reining, trail, halter, showmanship, pleasure en hunter under saddle.
  • Horseball: Een balsport die wordt gespeeld op de rug van paarden
  • Endurance: Lange afstandsritten
  • Gangenwedstrijden: Gangenpaarden (paarden die meer gangen hebben dan de 3 basisgangen, stap draf en galop) worden soms op gangenwedstrijden uitgebracht. Ze moeten hier hun drie basisgangen en de andere gangen (tölt, telgang, walk, foxtrot) zo mooi mogelijk lopen. Voor elk ras bestaan eigen wedstrijden.
  • Mennen: Recreatief rijden met een koets heet 'mennen'. Er worden regelmatig shows van authentiek gerij gehouden, waarbij het erom gaat geheel 'in stijl' aangekleed een elegante combinatie van paard, tuig, koets, koetsier en inzittenden te presenteren.
  • Mensport: De internationaal beoefende topsport met aangespannen paarden heet 'mensport'. Onderdelen zijn: dressuur, marathonrit met hindernissen en behendigheidswedstrijd.
  • Voltige: Turnen te paard; het paard stapt, draaft of galoppeert terwijl mensen atletische oefeningen doen op zijn rug. Iets dergelijks wordt als onderdeel van de show ook gedaan in het circus.

Het paard wordt daarnaast soms gebruikt door tijdens de bekende vossenjacht of slipjacht en om koetsen te trekken. Ook zijn er hengstenshows, premiekeuringen voor de fokkerij en minder bekende sporten zoals rodeo en gymkhana. Tenslotte rijden veel mensen paard puur voor het plezier op maneges of bijvoorbeeld op ruiterpaden in buitengebieden.

Fokkerij en rassen

Door het fokken van paarden door de mens is hun evolutie daarna feitelijk in een stroomversnelling gekomen. Voor verschillende doeleinden zijn verschillende rassen gefokt. De Arabier wordt door velen als het mooiste ras beschouwd. De Lipizzaner wordt in de beroemde Spaanse Rijschool in Wenen gebruikt. Een bekend Nederlands ras is het Friese paard, dat sterk behaard en zwart of heel donkerbruin is. Het staat bekend om zijn lange beenbeharing (behang) en lange manen.

Een ander, niet zo bekend Nederlands ras, is het Groninger paard, dat grotendeels afstamt van de Oud Oldenburgers en Oost-Friese paardenrassen. Dit type paard was in de jaren zestig nog in gebruik in de landbouw, maar werd daarna verdrongen door de tractor. Uiteindelijk was er nog maar één hengst over, die van de slager werd weggekocht. Nu is het Groninger paard een zeldzaam huisdierras.

Onder de Belgische rassen vinden we het Belgisch trekpaard, een groot, struis trekpaard dat uitermate geschikt is voor zware arbeid. Dit paard werd vroeger door bijna elke Belgische boer gebruikt op het veld.

Moderne Belgische paarden zijn de Belgische Warmbloeden die zeer bekend en succesvol zijn in de paardensport, vooral het springen. Deze paarden worden in het Belgisch Warmbloed Paardenstamboek opgenomen en kunnen van allerlei rassen afstammen. Voornaamste criteria om opgenomen te worden in dit BWP-stamboek zijn de bouw (het exterieur), het karakter en de sportmogelijkheden van het paard.

Zie lijst van paardenrassen voor een overzicht van de verschillende rassen en stamboeken die er zoal zijn.

Wilde paarden

Het wilde Przewalskipaard is een bedreigde diersoort, die in 1881 door de Russische ontdekkingsreiziger Przewalski in Mongolië werd aangetroffen. De Tarpan, een Europese soort wild paard is helaas uitgestorven

Verwilderde paarden stammen af van gedomesticeerde voorouders. Voorbeelden zijn de Mustang in de Amerikaanse staat Wyoming en de Brumby in Australië. In Europa komen (ver)wilde(rde) pony's voor in de Franse Camargue en in het Engelse New Forest. In de Hortobágy Puszta en op de Bugac Puszta het Nationaal Park Kiskunság in Hongarije, treft men op deze puszta's nog kuddes wilde paarden aan.

Het paard in de kunst

Het paard heeft al vele kunstenaars geïnspireerd, al vanaf de oudheid. Zo zijn er grotschilderingen die afbeeldingen van het paard laten zien. Eerst werden ze afgebeeld met rechte benen en strakke houding. In de 16e eeuw kwamen de ronde vormen en ging men de bewegingen ontdekken. Van Leonardo da Vinci zijn er schetsen van allerlei paarden in de meest gekke posities te vinden in de kelder van zijn atelier. Later zijn ze op de schilderijen terug te vinden. Net als de blauwe paarden van Franz Marc.


Bekende paarden

Het paard is altijd al een speler van belang geweest in diverse mythes, legenden en verhalen. Ook zijn er diverse paarden die 'hun sporen hebben verdiend' en zelf een beroemdheid zijn geworden.

Een beroemd Shakespeare-citaat is "A horse! A horse! My kingdom for a horse!" ("Een paard! Een paard! Mijn koninkrijk voor een paard!") uit Richard III.

Andere paarden

Naast het bekende zoogdier zijn er nog enkele andere paarden:

  • een schaakstuk
  • een teken uit de Chinese astrologie
  • een turntoestel
  • het 'Trojaanse paard' (ook wel Trojan) - een schadelijk computerprogramma
  • het nijlpaard - een groot landzoogdier
  • het zeepaardje - het uiterlijk doet denken aan een paard, maar het is een vis
Bij dit artikel zijn nog geen bronnen vermeld of is de bronvermelding niet op de juiste manier gebeurd. Als je dit wilt verbeteren kun je op bewerk klikken.